MR33 Circle Droop Gauge V2
De MR33 Circle Droop Gauge V2 maakt het meten en afstellen van de veerweg op je 1/10e schaal toerwagen of FWD model nauwkeuriger dan ooit tevoren!
Waarom?
De twee kleine (en zeer praktische) aluminium wielen die in de Droop Gauge zijn geïntegreerd, worden op de wielassen van je voertuig geschroefd.
De veerweg wordt dan gemeten aan de onderkant van de aluminium wielen.
De meting is dan nauwkeuriger omdat je altijd in het midden van de wielas meet en toleranties in wieldragers, draagarmen en andere onderdelen van je voertuig geen rol meer spelen.
Hoe vergelijk ik de waarden met mijn "oude" Droop-waarden?
De nieuwe MR33 Circle Droop Gauge V2 is gegradueerd in stappen van 0,2 mm en heeft een meetbereik van 21,0 - 25,0 mm.
Om deze waarden te kunnen vergelijken met de conventionele oude bekende veerweg van je huidige voertuig (bijvoorbeeld 4,0 of 6,0), hoef je alleen maar een vergelijkende meting uit te voeren. Je kunt deze waarden dan bijvoorbeeld in een kleine tabel noteren, zodat je op het circuit altijd snel weet hoe je de waarden van de "nieuwe" meter moet vergelijken met die van de "oude" meter.
Wat wordt meegeleverd?
MR33 Circle Droop Gauge V2
2 aluminium wielen met boutbevestiging
Wat is er nog meer nodig om de veerweg te meten?
10 mm droopblokken waarop het voertuig wordt geplaatst tijdens het meetproces (bijv. MR33-DB)
Wat is "droop" (veerweg) op een RC-auto?
Droop beschrijft hoe ver het wiel naar beneden kan terugveren als de auto bijvoorbeeld over een hobbel springt of onbelast is (zoals bij het terugveren na een bocht).
Technisch gesproken:
? Droop = verschil tussen de ingedrukte toestand en de maximaal uitgeschoven toestand van de wielophanging.
Minder droop (minder veerweg) → Beperkte veerweg van wielen naar beneden
Meer droop (meer veerweg) → Wielen kunnen verder naar beneden "vallen
Droop wordt meestal gemeten:
Hoe beïnvloedt droop het rijgedrag?
Hier volgt een belangrijk praktisch overzicht van wat minder of meer droop in elk geval doet - afzonderlijk voor de voor- en achteras:
Droop instelling |
Vooras |
Achteras |
Minder diepgang (minder veerweg) |
- Minder koprol
- Directer insturen
- Minder gewichtsverplaatsing naar buiten (soepeler) |
- Minder tractie bij het uitkomen van de bocht
- Stabieler bij remmen (minder duikvlucht)
- Minder overstuur |
Meer doorhangen (meer veerweg) |
- Meer body roll aan de voorkant
- Meer grip aan de voorkant (bijtgrager in bochten)
- Auto wordt "brutaler", kan instabieler worden |
- Meer tractie op de achteras
- Beter bodemcontact op oneffen wegen
- Kan de neiging hebben om te oversturen (achterkant "komt sneller") |
Eenvoudig gezegd:
? Meer droop achter = meer tractie achter, beter op hobbels
? Meer droop aan de voorkant = meer agressiviteit bij het indraaien (maar pas op: instabieler)
Hoe pas je de droop aan?
Klassieke methode (bijv. voor 1:10 toerwagen)
- Stel de droopschroeven onder de wishbones af (stopschroeven)
- Bevestig de droopmeter → meet de hoogte
Wanneer pas je de droop aan?
Toestand circuit |
Aanbeveling |
Glad tapijt |
Minder hangen (auto vlakker, stabieler) |
Hobbelige baan / asfalt buiten |
Meer hangen (beter grondcontact) |
Veel hoge snelheid (lange bochten) |
Minder achteroverhangen (meer stabiliteit) |
Technisch circuit (scherpe bochten) |
Meer hangen aan de voorkant (meer agressiviteit bij het indraaien) |